ZWAAG – Curator G. van Velthuizen vraagt opheldering bij Alfons Borm over diens handelen voor het faillissement van zijn bedrijf. Borm’s Pretpaleis B.V. werd op 19 juni failliet verklaard. In maart van dat jaar was Alfons Borm uitgebreid in het nieuws in verband met het gratis weggeven van zijn inventaris. Hiermee verstoorde hij een mogelijk faillissement ofwel Paulianeus handelen in de rechtspraak.
De administratie van de laatste jaren van het bedrijven waren niet meer beschikbaar. Een voormalige accountant heeft een copy verstrekt van eerdere jaren. In het faillissementsverslag blijkt ook dat het personeel zelf het faillissement heeft aangevraagd. Ten tijde van het faillissement stonden er volgens het verslag 4 medewekers op de loonlijst.
Hieronder enkele paragrafen uit het verslag.
1.7 Oorzaak faillissement
Formeel is het faillissement aangevraagd door het personeel omdat curanda de betaling
van haar salaris-verplichtingen niet meer is nagekomen. Volgens opgave van de heer A.
Borm is het faillissement het gevolg van zijn beslissing om de bedrijfsactiviteiten te staken
toen hij een geschil kreeg met de huisbankier over het inlopen van de rekening-courant
verhouding. De heer Borm heeft hierbij gekozen voor een radicale oplossing. De heer
Borm heeft de inventaris en de voorraden van curanda, welke tot zekerheid waren verpand
aan de huisbankier, weggegeven aan derden. Vervolgens is het gehuurde ontruimd en
heeft de heer Borm afgewacht.
Aangezien de heer Borm, ondanks een eerdere toezegging hiertoe aan het personeel niet
zelf het faillissement heeft aangevraagd, is dit gedaan door de rechtsbijstandverzekeraar
van een van de personeelsleden. De oorzaken van het faillissement zijn tot op heden
voorwerp van nader onderzoek.
7.5 Onbehoorlijk bestuur
Het onderzoek is gaande, maar uit de eerste bevindingen volgt het beeld dat het
middellijke bestuur in de persoon van de heer Borm willens en wetens heeft aangestuurd
op het faillissement. Het onderzoek wordt voortgezet en de heer Borm zal worden
geconfronteerd met deze bevindingen en in de gelegenheid worden gesteld om hierop te
reageren.
7.6 Paulianeus handelen
Uit het onderzoek over de eerste periode blijkt dat sprake is geweest van paulianeus
handelen van de middellijk bestuurder, in de persoon van de heer Borm. De heer Borm
heeft willens en weten goederen om niet aan derden gegeven, terwijl hij wist dat curanda
en de bank hierdoor werden benadeeld. Het onderzoek wordt voortgezet en de heer Borm
zal worden geconfronteerd met deze bevindingen en in de gelegenheid worden gesteld
om hierop te reageren.
Vorderingen
De ABN AMRO is de bankier geweest van curanda. De bank heeft een vordering ingediend
van EUR 306.788,-.
8.2 Preferente vordering van de fiscus : € 15.715,66
8.5 Aantal concurrente crediteuren : 20
8.6 Bedrag concurrente crediteuren : € 319.581,10